Wat opvalt is dat bij één van de partijen een
paragraaf was geschreven over het verglazen van
Nederland. Het stuk circuleerde, begeleid door de
opmerking dat die paragraaf er wel uit zou gaan, de
partijbonzen waren niet zo gecharmeerd van die nadruk op
verglazing. Het stond toch nog lang niet vast welke
technologie de toekomst heeft...
Kijk, als je een politiek leider bent, begrijp ik dat
je een opdracht delegeert aan een subcommissie van
Internet of ICT-experts om een concept-programma te
schrijven. Je kunt niet voor alles tijd vrijmaken. Dat
je daarna hun opinie over de noodzaak van verglazing
gaat tegenspreken is echter bevreemdend. Als je het zelf
beter weet dan delegeer je geen brede opdracht naar je
partij-experts, om ze later af te vallen.
Ik vermoed dat deze politici bang waren voor
verglazing volgens de Methode de
Hond, d.w.z. de overheid moet met
de snelheid van het licht alles betalen en de
IT-ondernemers krijgen als kado een goedkope digitale
scheurbaan. Veel politici was niet geheel duidelijk dat
Maurice de Hond in 1995 een visionair maar
volslagen onrealistisch plan voor de korte termijn
neerlegde.
Voor het rechttoe-rechtaan verglazen van 8 miljoen
woningen en bedrijfspanden zijn namelijk 16 miljoen
telecommunicatielasers nodig. In het jaar 1994 werden er
in Nederland ongeveer 1600 telecommunicatielasers
geïnstalleerd. De Hond's visie op dat moment uitvoeren
betekende dus dat men op regeringskosten enkele malen de
toenmalige totale wereldmarktproductie aan
telecommunicatielasers moest gaan opkopen! Voor de
miljoenen kilometers glasvezel vereist om de huizen in
Nederland te verglazen gold in 1995 een vergelijkbaar
verhaal. Dan kan iedere zakenman je vertellen dat je als
inkoper bij het stellen van zo'n vraag een poot wordt
uitgedraaid.
Gelukkig leven we volgend jaar in 2002. Er worden nu
meer dan 100 keer zoveel telecommunicatielasers
geproduceerd als in 1995. De meeste lasers worden vooral
toegepast in computernetwerk-apparatuur op
bedrijfsnetten. Die lasers worden nu geschikt voor het
overbruggen van enkele tientallen kilometers glasvezel.
Ook de glasvezelproductie is sinds 1995 jaarlijks met
zo'n 20% gegroeid. Met enig slim
graafwerk en een verstandig ontwerp van netwerken
kan deze ontwikkeling de komende jaren wel op gang
worden gebracht zonder de productiezijde te forceren.
Daarbij moeten we niet te naïef zijn. Grootschalige
uitrol van glasvezel is iets voor de tweede helft van de
decade. Maar alle politieke wissels worden wel in de
periode 2002-2006 gezet.
Methode de Hond
is ook niet de manier zoals 125 jaar
geleden in Nederland de telefoonnetten zijn
geïntroduceerd. Zo'n terugblik op de historie is
uiterst nuttig, want Nederland had niet van begin af aan
een lokaal telefoonmonopolie. Er zijn vele andere
politieke en institutionele constellaties denkbaar. Die
staan naast het staatsverstrekkingsmodel van de Hond,
waaronder hij de verglazing wilde laten plaatsvinden.
Het lijkt er veel op - afgaand op wat er tot nu toe
circuleert - dat net als bij de verkiezingen voor 1998
er een stuk over ICT en Internet in het
programma moet komen, want dat onderwerp is zo
belangrijk! Maar in zo'n stuk mag blijkbaar uit niet
meer dan hoogdravende bolle zinnen bestaan zonder
concreet te worden. Daardoor blijven ze tot nu toe
vooral een herhaling van de programma's uit 1997. Dat is
een Testimonium Paupertatis.
Iemand legde mij licht sarcastisch uit dat politieke
programma's niet worden gelezen, behalve door de
concurrerende partijen, die er munitie in zoeken om de
andere partij tijdens de campagne mee om de oren te
slaan. Dus a.u.b. niet concreet worden.
Ik heb echter de sterke indruk dat de meeste partijen
nog steeds niet in staat zijn het onderwerp ICT en
Internet politiek concreet te maken. In de rest van de
column maar eens een paar hints voor concrete politieke
vraagstukken op het terrein van Internet en
Telecommunicatie.
1. Verglazing van de lokale netten:
In de periode 2002 - 2006 dienen de cruciale
beleidsbeslissingen te worden genomen over zo'n 20
miljard reëele investeringen in een nieuwe
infrastructuur. Daarbij zullen vrijwel alle straten in
Nederland open gaan. Dat gaat de burger dus goed merken!
Er komt zeker overlast van, vraag dat maar aan
Amsterdammers. De huidige Telecommunicatiewet
is op dat terrein duidelijk onafgerond en zal de komende
jaren op het punt van graafrechten en coördinatie
herzien moeten worden.
De Telecommunicatiewet denkt namelijk zeer sterk in
de termen van "operators", de aanbodzijde, die
investeert. Alternatieve opties zijn niet in wetgeving
uitgewerkt zoals: burgers die gezamenlijk de vraag in
een straat of appartementsgebouw bundelen en zelf een
glasvezelnet aan (laten) leggen, woningbouwverenigingen
die voor hun huurders inkopen en projectontwikkelaars,
die verglazing terugverdienen uit de verhoogde
verkoopwaarde van hun panden. Tenslotte zijn er al
lokale overheden die een verglazingsinitiatief nemen,
omdat de markt niet naar hun woonwijken toekomt. Vind
een politieke partij dat dit soort nieuwe toetreders in
de Telecommunicatiewetgeving blijvend moeten worden
gehinderd?
2. Radiostraling:
Met de regelmaat lopen er angstige burgers rond omdat
je veel elektromagnetische straling niet kan zien of
voelen. Begin '97 was ik op zoek naar wetgeving over
emissienormen voor straalverbindingen (microgolven).
Magnetron-ovens werken ook op die frequenties (met zeer
forse vermogens). Er is dus evident een grenswaarde en
enige voorzorgsmaatregelen bij grotere vermogens zijn
wel degelijk op zijn plaats.
Het vinden van wetgeving liep echter uit op een
rondje van het kastje naar de muur bellen binnen het
Ministerie van Volksgezondheid en van VROM. Deze
wetgeving is er niet; de Hinderwet gaat alleen over
stank, gassen en chemicaliën, geluidsoverlast en harde
(nucleaire) straling. De overheid zal zelf het onderzoek
moeten financieren naar de vraag welke
radiostralingsdosis bij welke frequentie schadelijk is.
Dit kan de markt niet voor haar doen. Omdat van elk
wetenschappelijk onderzoek dat (deels) door de industrie
wordt betaald de resultaten in twijfel zullen worden
getrokken.
Lucas Reijnders weet ook op dit terrein herhaaldelijk
de media te halen door het
voorzorgsprincipe aan te roepen. Dit doet hij
altijd, wanneer hij ergens
in de literatuur een studie heeft opgeduikeld, die
een schadelijk effect beweert te zien. Dit veelal
ondanks dat 99 andere studies het tegenovergestelde
beweren. Één studie is voor Reijnders afdoende om het
voorzorgsprincipe te activeren.
Wees als politieke partij eens verstandig en kakel de
man niet in de Tweede Kamer na. Concludeer dat deze
hoogleraar zijn werk moet gaan doen: d.w.z. professor
Reijnders moet onderzoek gaan verrichten. Bijv. door de
studies die elkaar tegenspreken keurig wetenschappelijk
over te doen (te dupliceren) en dan uit te vinden wat
werkelijk waar is. Gun die man daarvoor ook een afdoende
budget om promovendi en/of onderzoekers aan te trekken
en apparatuur te kopen. Dit is uiterst maatschappelijk
relevant en beleidsondersteunend onderzoek. Stop echter
met het aanvragen van studies die alleen maar de al
aanwezige literatuur overschrijven en nabauwen.
Financier zo'n pakket onderzoek bijvoorbeeld eens uit de
5,7 miljard gulden veilingopbrengsten die de overheid
vorig jaar aan de markt heeft onttrokken. En herzie
daarna de Hinderwet.
3. Antennebeleid
De Tweeede Kamer heeft recent weer een rondje
gediscussieerd over de plaatsing van GSM-antennes en de
binnenkort te monteren UMTS-antennes. Dit is geen nieuwe
discussie, massaal werk op daken is sowieso geen fraai
gezicht. Rond 1900 waren er enorme dradenbossen door de
lucht tussen dakstellingen van de
Gemeentetelephoon. In de jaren zeventig hadden
we de beruchte meters hoge Duitsland TV-antennes,
waarvoor ettelijke burgers tijdens storing van hun dak
te pletter vielen.
De overheid heeft nu echter de baten van de mobiele
communicatie bij de centrale overheid gelegd (via
veilopbrengsten), terwijl de overlast van het bouwen van
de antenne-installaties op gemeentelijk niveau is
gebracht. Waarom vallen de mobiele frequentiebaten van
de veilingen niet (grotendeels) toe aan de gemeenten?
Bijv. hoe meer antenneopstelpunten des te groter de
rijksvergoeding. Bijkomend voordeel is bovendien dat er
dan eindelijk effectief op micro-cellen kan worden
overgestapt, die hebben een veel lager zendniveau en
vallen veel minder op. Voor de technische leek: net als
een steen in een vijver neemt de intensiteit van een
zender in cirkels kwadratisch af met de straal.
Halvering van de straal die een mast mag bedienen
betekent ook direct een reductie van het zendvermogen
tot een kwart! Kortom de overheid kan veel meer beleid
voeren en bediscussieren op dit terrein dan tot nu toe
wordt gedaan. Dit kost inderdaad fors geld en
inspanning, maar geen 5,7 miljard gulden. Het wordt
echter tijd voor echte beleidskeuzes met consequenties.
4. Domeinnamenwet:
De staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat heeft
recent aangekondigd wetgeving
te gaan indienen over Domeinnamen. Internet en
domeinnamen zijn in de Nederlandse maatschappij
gearriveerd door burgerinitiatieven en opereren daardoor
in het private domein. Domeinnamen hebben daardoor mede
in Nederland een privaat vermogensrecht karakter
verkregen.
Het is de ultieme privatisering, namelijk
rechtstreeks aan alle soorten maatschappelijke
organisaties (en hopelijk binnenkort ook aan de burger:
vort SIDN). De SIDN koerst zelf steeds meer aan op een
lijdelijke rol bij registraties, vergelijkbaar met het
Kadaster. Zo'n 1000 ISP's, reclamebureaus,
advocatenkantoren en merkenrechtadviseurs spelen als
deelnemer van SIDN voor domeinnaam-notaris.
Domeinnamen zijn exclusief en het eerste
intellectueel eigendomsgoed dat zonder wettelijke
maatregelen verhandelbaar is. Dit wordt door rechters de
facto ook erkend. Zo worden er bij disputen beslagen
gelegd op domeinnamen om snelle doorverkoop te
blokkeren. Domeinnamen vertonen economisch alle trekken
van echte "assets".
Het domeinnaambezit lijkt op grondbezit en de
domeinnaammarkt op een vastgoedmarkt. Fenomenen als
"speculatie", "leegstand" en "onteigening" t.b.v. het
algemeen belang kennen we maar al te goed in de
vastgoedwereld. Daar zijn vroeger kabinetten over
gevallen, maar er bestaat ook wetgeving voor die een rem
op maatschappelijk ongewenst gedrag zet!
De regering kondigt aan dat men er over denkt een
handelsverbod in te stellen (of dat handhaafbaar is, is
een tweede). Hiermee bestaat er een majeure kans dat in
één wetgevende pennestreek privaat eigendom
genationaliseerd wordt. Omdat dan domeinnamen niet meer
mogen worden overgedragen en een vergunning van de Staat
worden. Of dit medicijn tegen domeinnaamspeculatie beter
is dan de te bestrijden kwaal en er geen alternatieven
zijn dient grondig te worden onderzocht.
Een standpunt over de geplande Domeinnaamwet lijkt me
bij uitstek een politiek vraagstuk. Het gaat hier om
keuzes tussen wijzen van reguleren via: "Privaat bezit
en verhandelbare markt", "maatschappelijk middenveld,
overheid op afstand", "ontrekken aan de markt en
staatsdomeinnaam verstrekking, volledig overhevelen naar
de overheid".
5. Frequentiebeheer en frequentiemarkt:
Ook frequenties en de markt voor frequenties vertonen
een sterk vastgoedkarakter. Frequenties zijn sinds de
jaren twintig van vorige eeuw zeer stremg gereguleerd.
Behalve een groep uiterst conservatieve Amerikaanse
denktanks, die volledige privatisering
van het spectrum bepleiten, is er geen publieke
discussie over de overheidsrol als bezitter van het
spectrum.
Echter, sinds enkele jaren maakt de overheid het
bezit van spectrum te gelde. Daarbij treed de overheid
op als een capaciteitsverstrekkende monopolist. En in
het bijzonder een monopolist die de beschikbaarheid van
frequenties bewust beperkt. Hierdoor is de bizarre
situatie ontstaan dat het spectrum lijkt op een
Kalverstraat met peperdure percelen tussen leegstand en
verkrotte panden (gedateerde technische toepassingen).
Zolang je geen radicale privatisering voorstaat en
als overheid bewust wil meesturen is het nodig en
noodzakelijk om te denken over uitfasering en
herindeling. D.w.z. dat de overheid partijen gaat
uitkopen met oude technieken (bijv. straalverbindingen)
en het spectrum op een veiling aanbiedt aan nieuwe
partijen (bijv. mobiele operators of exploitantnen van
Wireless LAN's).
Wordt er te weinig geboden op die veiling om de oude
troep op te ruimen en doorlopende rechten af te kopen,
dan gaat de verkoop niet door en is de economische
bodemprijs bepaald. Op deze wijze creëer je een echte
spectrummarkt en blijkt opeens dat er veel meer spectrum
beschikbaar is. Ook zullen dan belangrijke spectrum
verspillende overheidsorganen als Defensie zich achter
de oren gaan krabben of en het niet voordeliger is met
hun systemen te verkassen naar andere frequentiebanden.
Bij uitstek politiek
Het bovenstaande zijn slechts een paar voorbeelden
van veel concretere politiek over zaken die Internet en
Telecommunicatie raken. Er zijn veel nieuwe eigendoms en
inrichtingsvraagstukken verbonden aan Internet en de
nieuwe telecommunicatietechniek die bij uitstek politiek
van aard zijn.
Het zijn tegenwoordig ook vraagstukken waarmee
waarden van miljarden guldens zijn gemoeid die veel
vaker de burger rechtstreeks raken. Een fors aantal
aanbieders zit nu echter financieel aan de grond,
terwijl aan een groot deel van de echte vraag niet
voldaan wordt.
Het lijkt er nu op dat er net als 7 jaar geleden met
De Digitale Stad in
Amsterdam een nieuwe vorm van publieke Grass
Roots Wireless LAN's in de wereld ontstaat. Daarmee
bezorgen burgers zichzelf het mobiele Internet.
Ook nu blijkt de markt nog niet bereid c.q.
financieel in staat om aan de echte vraag naar mobiel
Internet van de burger te voldoen. Het is volslagen
onduidelijk of politieke partijen deze
burgerinitiatieven willen ondersteunen of weer ouderwets
aan de rem gaan hangen om hun eigen gevestigde belangen
(lees: de duur verkochte frequenties etc.) te
verdedigen.
Het speelkwartier voor de babbelende beleidswinkel is
afgelopen sinds er met enorme geldbedragen in deze
industrie wordt gesmeten. De verreikende economische
invloed van de dotcom-crisis worden ook steeds
zichtbaarder. Een politieke partij die zich net als in
1998 wederom beperkt tot vage beleidspraatjes over
het belang van ICT zonder enige concrete issues
in het programma politiek te adresseren geeft een brevet
van onvermogen af!
* Hendrik Rood is ICT-consultant bij Stratix en een
van de belangrijkste werkelijke internetdeskundigen in
Nederland. Hij schreef deze column is op persoonlijke
titel.