Index vandaag(uitsluitend beschikbaar voor Planet Internet en World Access abonnees)
Vrijdag 8 mei 1998
Facsinerende innovatie mogelijk in lokaal Internetaanbod
De afgelopen maanden werd de Internetter gebombardeerd met berichten over de wonderen van kabelmodems en de digitale abonneelijn xDSL. In april verscheen het eerste uitgebreide achtergrondartikel in de algemene pers over de proeven van KPN Telecom met Snelnet (Volkskrant), na eerdere berichten in december '97 in Planet Multimedia. De bandbreedteflessehals voor Internettoegang lijkt in Snelnet spoedig opgelost te worden.
Het verhelpen van de flessehals wordt tot nu toe vooral als een wedstrijd tussen kabelexploitanten en KPN Telecom afgeschilderd. Het is echter zeer de vraag of dat beeld juist is. Ik concentreer me hier even op de oplossingen met het telecomnet.
In Delft is die flessehals eigenlijk al opgelost. Twee innovatieve bedrijven hebben daartoe technische mogelijkheden optimaal benut. De lokale Internetaanbieder Cornnet biedt vanaf 50 gulden per maand lokale huurlijnen aan van 33k6 tot 2 Mbit/s, met behulp van basisbandmodems. Cornnet is niet de enige die zoiets doet in Nederland. Delft kent ook Delftnet en wie er enigszins de weg weet kan nog wel een aantal van dergelijke aanbieders aanwijzen. Het zijn bedrijven die puur lokaal inbeldiensten en aansluitingen op Internet via huurlijnen bieden.
Af en toe poogt iemand mij er van te overtuigen dat er binnenkort een grote shake-out onder dergelijke kleine Internetaanbieders gaat plaatsvinden. Ik ben daar niet zo zeker van, het aantal zou juist nog wel eens kunnen toenemen om twee redenen:
- Economies of Scope
- Unbundling of the local loop
Economies of Scope is een term die het best vertaald wordt met 'in de beperking toont zich de meester'. Een beetje snuffelen door de webpagina's van cornnet en delftnet maakt al snel duidelijk dat zij zich vooral geografisch beperken, maar niet qua producten en dienstenaanbod. Naast een Internet inbelpunt, huurlijnen, websites bouwen en Internet-cursussen wordt in hetzelfde pand ook nog op maat geassembleerde PC's aangeboden en kan men service-aan-huis/bedrijf verkrijgen voor de computers.
Dergelijk totaalaanbod van maatwerk voor midden- en kleinbedrijf en veeleisende particulieren krijg je als pure telecomaanbieder, massa-ISP of kabelexploitant niet zo snel uit de markt geduwd.
Daar moet je slimmer voor opereren en zie, daar duikt KPN samen met Compaq op met CompanyNet voor het midden en kleinbedrijf. CompanyNet levert echter niet het maatwerk van de kleine PC-bouwers en ISP's, maar juist de standaardoplossingen (schaalvoordelen; economies of scale). De door KPN bij CompanyNet betrokken ISP is WorldAccess.
De lokale aanwezigheid, service en de combinatie van een ISP en gespecialiseerde verkoop en reparatie van computers blijft echter zeer interessant. Kabelexploitanten en KPN Telecom hebben nog geen sterk ontwikkelde verkoopkanaal, dat zich kan meten met de kennis en kunde van ISP's die gezamenlijk optrekken met lokale computerspecialisten.
Deze lokale aanbieders kunnen profiteren van nieuwe technisch-juridische mogelijkheden. Zo is daar 'unbundling of the local loop', jargon uit de telecommunicatie wet- en regelgeving, het best te vertalen met: ontvlechting van het aansluitnet. Daardoor kan iedereen toegang krijgen op het lokale net met zijn dienstenaanbod.
Het ontvlechten is in de Verenigde Staten in zijn meest vergaande vorm wettelijk vastgelegd in de Amerikaanse Telecommunicatiewet van 1996. Een lokaal telefoonbedrijf mag daar pas gaan concurreren met lange afstandsverkeer wanneer het toegang verleent tot de koperdraden van het aansluitnet op de hoofdverdeler in de centrale, maar ook collocatie van apparatuur van concurrenten in de eigen gebouwen toestaat.
Tegen de Amerikaanse Telecommunicatiewet wordt echter al jaren keihard geprocedeerd, vooral door de gevestigde lokale telefoonbedrijven, waardoor het idee van de ontvlechting nog niet zo bijster goed van de grond komt.
Dit gedrag van de telecombedrijven heeft prompt weer geleid tot een pleidooi door Ethernet-uitvinder Bob Metcalfe tot het opsplitsen van de lokale telecombedrijven in telefoonbedrijven en Wacco's: Wiring and Cables Companies, bedrijven die het lokale kabelnet en de gebouwen beheren. Het afgesplitste telefoonbedrijf huurt dan ruimte, elektriciteit in de centrale en koperdraden in het aansluitnet van de Wacco voor zijn telefoonapparatuur.
In een aantal staten van de VS is de ontvlechting wel gerealiseerd. In die gevallen blijkt dat niet alleen concurrerende telefoonbedrijven toegang tot de hoofdverdeler willen, maar vooral ook Internetaanbieders voor het plaatsen van xDSL-apparatuur, waarmee ze abonnees snelle Internettoegang kunnen bieden.
Er is in de Verenigde Staten ook al een aantal nieuwe door durfkapitaal gefinancierde starters verschenen, zoals Covad in de omgeving van San Francisco en Dakota Services Limited in Milwaukee.
In een lijstje met ADSL-aanbieders bij Zdnet zie je dan ook tussen de gevestigde namen totaal onbekende nieuwelingen staan. De nieuwelingen haal je er zo uit: de maximum bandbreedtes die zij bieden zijn bijna symmetrisch (veel zenden en ontvangen), terwijl die van de gevestigde aanbieders sterk asymmetrisch zijn (vooral zeer veel ontvangen en weinig zenden).
De vakpers begint dit de laatste maanden te ontdekken en raakt opeens zeer opgewonden over "unbundling" en xDSL en de als paddestoelen uit de grond schietende starters.
Er is echter lang niet altijd voldoende ruimte aanwezig voor collocatie. In dit gat is een nieuw soort entrepreneurs gedoken. De aanbieders van carrier-hotels c.q. telehouses. Dit zijn gebouwen vlak bij grote volle centrales van de gevestigde aanbieders waartussen een aantal glasvezelkabels en armdikke koperkabels met veel aderparen zijn gelegd. Het telefoonbedrijf zit dan in zijn eigen centrale, de concurrentie huurt ruimte en aderparen bij een projectontwikkelaar in het Telehouse voor dat centralegebied.
De gevestigde operator vervult dan samen met het Telehouse de rol van 'Wacco' voor de nieuwe aanbieders door de gewenste koperdraden op de hoofdverdeler door te verbinden naar het Telehouse.
In Europa is er sinds de liberalisatie van de telecommunicatiemarkt in 1998 per land een zeer gemengd beeld over het wel of niet volledig ontvlechten van het lokale telecommunicatienet in een transmissienet en telefooncentrales.
In Nederland wordt de discussie over ontvlechten van het aansluitnet tot nu toe vooral gevoerd in het licht van telefonie en niet van datacommunicatie. Wie de stukken en besluiten van OPTA doorneemt ziet slechts in de zijlijnen af en toe een verwijzing naar ADSL.
In de praktijk heerst er in Nederland echter al een jaar of tien een soort gedoogregime voor basisbandmodems, IDSL en HDSL, "zolang het maar niet stoort". In Nederland zijn er ook ISP's die zich pal naast een grote telefooncentrale hebben gevestigd. Dat is de ideale xDSL-locatie, een paar bakstenen uit de tussenliggende muur verwijderen om er kabels door te voeren is voldoende voor het vestigen van een echt Telehouse.
Voor het bieden van de asymmetrische innovatieve oplossingen is toegang tot de hoofdverdeler en collocatie in een KPN centrale of een Telehouse een vereiste. Een beslissing door Opta over collocatie en toegang tot de hoofdverdeler voor telefonie en xDSL heeft grote effecten op de Nederlandse internetmarkt.
Er kan bij het ontvlechten van het aansluitnet wel eens een hele serie nieuwe gezichten als Internetaanbieder naar voren treden.
Hendrik Rood is consultant bij Stratix op Schiphol, maar schijft deze column op persoonlijke titel.
[Vorig bericht] [Volgend bericht]