Column door Hendrik Rood
Deze week was het weer zover: Tim Kuik van de Stichting Brein,
de stichting die
intellectuele eigendomsrechten zo
hoog in haar vaandel heeft staan, dat ze zonder blikken
en blozen de naam van een andere Stichting Brein
heeft gekopieerd, begon weer eens de aanval op mensen
die muziek van anderen kopiëren. Quod Licet Iovi ....
Kuik kondigde aan dat Brein het plan had opgevat om
de Amerikaanse RIAA in Nederland na te gaan doen. De
RIAA heeft recent in de VS bij de rechter voor elkaar
gekregen -in een zaak
tegen Verizon - dat ISP's (internetaanbieders) bij
IP-adressen waarmee muziek is aangeboden of gedownload,
de namen van abonnees moet verstrekken. Dat wil Kuik in
Nederland nu ook bewerkstelligen.
Ik geef Kuik weinig kans. Bovendien, zelfs als het
Brein lukt om een rechter te vinden die haar toestaat
deze gegevens daadwerkelijk bij providers los te
krijgen, dan zal hij erachter komen dat hij zich daarmee
grandioos in de eigen voet schiet.
Probleem nummer één voor Kuik is dat de Nederlandse
overheid pas 24 april j.l., na een uitgebreid
wetgevingstraject, het recht heeft verkregen om deze
zogenaamde gebruikersgegevens op te vragen bij ISP's.
Wie daar het fijne detail van wil nalezen moet maar eens
zoeken bij de Staatsdrukkerij
naar Eerste Kamerstuk 28 059, nr. 187.
Dit betekent dat politie-agenten op grond van een
IP-adres mogen vragen of een ISP weet welke gebruiker
daarbij hoort. Dat weten echter alleen ISP's zeker die
vaste IP-adressen uitdelen. De meeste ISP's delen random
IP-adressen uit en moeten extra gegevens over
tijdstippen hebben, waarop het IP-adres X.X.X.X zijn
bestanden via Kazaa, Gnutella, Bearshare, iMesh enz.enz.
aan de buitenwereld toonde.
Vroeger had Buma Stemra zelf een wettelijk bevoegde
opsporingsarm (de 'kopieerpolitie'). Het ministerie van
Justitie was dergelijke niet-overheidsorganen met
wettelijke politionele bevoegdheden beu. En is ze aan
het opdoeken. Net als
voorheen de spoorwegpolitie is
sinds 1 januari 2003 de eigen
opsporingsdienst van Buma Stemra opgedoekt. Het is
nu de FIOD - ECD geworden die overtreders van
het
auteursrecht strafrechtelijk opspoort.
Kortom, als Kuik een enorme downloader vindt op
Internet, dan moet hij naar de politie en niet naar
de rechter om een particulier bedrijf te dwingen om
klantgegevens te overleggen. Als er in Nederland een
jarenlang wetgevingstraject nodig is om alleen al de
politie dergelijke bevoegdheden te geven, dan zou het
uiterst curieus zijn als een rechter zonder zo'n wet een
particulier dezelfde rechten toekent.
Ook verzet van 'rechts'
Brein meet zichzelf een veel te grote broek aan. Op
radio 1 klonk de beoogde aanpak van muziekkopieerders
dinsdag uit de mond van het Brein-brein ook al heel wat
minder ferm dan diezelfde ochtend in de Telegraaf. Het
lijkt eerder een oefening in bangmakerij, maar is deze
wel zo productief?
De afgelopen weken zijn er in de VS interessante
artikelen verschenen van politiek analiste Solveig
Singleton. Zij is verbonden aan de libertaire denktank
Competitive Enterprise Institute. Dat is één van de rechtse denktanks, die zweert bij laissez-faire, minimale staatsinterventie, (intellectuele) eigendomsrechten en individuele vrijheid. Wat veelal gepaard gaat met een afkeer van belangengroepen die, onder het aanroepen van het publieke domein, zichzelf als zaakwaarnemers daarvan positioneren.
Mevrouw Singleton toonde zich met haar lezing “Liberty versus Property” allesbehalve een fan van de denkbeelden
over copyright, "Free Mickey" en het publiek domein die
o.a. Stanford-professor Lawrence Lessig in zijn The Future
of Ideas propageert met medestanders als de
professoren Yochai
Benkler en Richard
Epstein. Singleton is dus eerder een vriendin van de
muziekindustrie dan van de opponenten daarvan.
Verrassend is in dit licht haar recente bijdrage over
de steeds wildere vervolging in de VS van
MP3-downloaders. Zij wond zich niet op over de bizarre
bedragen die de RIAA eist van downloaders, maar vroeg
zich af wie is er
niet aansprakelijk?. Haar conclusies zijn
intrigerend. Hoe harder de muziekindustrie haar
juridische strijd doordrijft tegen het verspreiden van
muziek over internet, des te meer
partijen zijn er
door rechters juist ontslagen van aansprakelijkheid.
Omdat de Amerikaanse rechter de ISP Verizon heeft
gedwongen om de gebruikers aan de RIAA bekend te maken
die bij een bepaald IP-adres hoorden, werd Verizon
volgens Singleton zelf effectief ontslagen van
verantwoordelijkheid voor de verspreiding van muziek via
hun netwerken. Dat betekent dat zo'n beetje de laatste
kapitaalkrachtige groep partijen (de grote ISP's),
waarbij het relatief eenvoudig had moeten zijn om een
structurele vergoeding te incasseren, niet meer
aansprakelijk is te stellen.
Op deze wijze berooft de RIAA in de VS zichzelf van
elke mogelijkheid om een "downloadheffing" te
realiseren, zoals in Nederland de uitgevers een
reproheffing hebben en de muziekindustrie op blanco
CD-R's een heffing hebben verkregen. In Duitsland is
zelfs al een heffing op harde schijven doorgevoerd,
ondanks protesten van computerfabrikanten. Het enige wat
de RIAA rest is rechtszaken tegen burgers zonder "deep
pockets".
Dit soort aanpak, dat neerkomt op het bangmaken van
de massa door 'voorbeelden te stellen' is vrijwel altijd
loze symboolpolitiek. Het vervolgen werkt alleen maar
als de 'pakkans' hoog is. Als er echter iets eenvoudig
te ontwijken is door gewoon over te schakelen op het
volgende downloadprogramma, dan is die hooguit op korte
termijn even effectief.
Een aantal jaren geleden werd er massaal op
schoolpleinen, in puberdisco's en op dansscholen
gehandeld in casettebandjes met de 'Top 40'. Zelfs deze,
beduidend meer georganiseerde piratenhandel, werd al
amper succesvol aangepakt. Klaarblijkelijk een te lage
pakkans ....
Singleton concludeert dat de RIAA door het eigen
doordrijven, buiten de individuele internetruiler,
vrijwel elke andere mogelijkheid om verhaal te halen
heeft vernietigd. Individuele vervolging van gebruikers
is peperduur en kan al snel leiden tot dramatisch
slechte publiciteit (de Consumentenbond protesteert al
tegen de Brein-voornemens), terwijl het zeer de vraag is
of pubers worden afgeremd als de pakkans niet hoog
genoeg blijkt. Nog afgezien van de vraag of het nu
gedwongen vrijgeven van gebruikersgegevens aan een
particuliere partij wel stand houdt in hoger beroep. En
dan nog is het zeer twijfelachtig of de omzet aan cd's
van de muziekindustrie in haar huidige vorm daardoor
weer zal toenemen.
Stichting Brein wil echter dezelfde koers varen en de
rechter verzoeken om ISP's te dwingen om
gebruikersgegevens te verstrekken over downloaders. Als
de rechter hierin meegaat dan boekt ook Brein een
Pyrrhus-overwinning. Als in Nederland de rechter een ISP
dwingt gebruikersgegevens te verstrekken, dan betekent
dat ook hier dat zij niet meer aansprakelijk kunnen
worden gesteld. Daarmee ondergraaft Brein de
mogelijkheid om een vergoeding à la de 'kopieerheffing'
bij (consumenten) ISP's te realiseren. Terwijl hun eigen
civiele opsporings- en vervolgingskosten de pan zullen
uitrijzen.
Dus naar mijn idee is Tim Kuik van de Stichting Brein
aan het bluffen met het plan om in september individuele
downloaders aan te gaan pakken via de rechter. Of hij is
zo verblind door de schijnbare daadkracht van de RIAA,
dat hij denkt dat imiteren hier wel loont. Dus zal ook
de Nederlandse muziekhandel zich zonder blikken of
blozen de komende maand in eigen voet gaan schieten.
Maar ja, met het kopiëren van andermans
Stichtingsnaam gaven de oprichters van Stichting Brein
al eerder hun visitekaartje als groep onnadenkende
naäpers af...
Hendrik
Rood