Navigatie

Index vandaag
Archief


Stuur uw reacties naar de redactie van Planet Multimedia (mmedia@pi.net) of discussieer mee over deze editie van Planet Multimedia in de nieuwsgroep: pi.news.mmedia
(uitsluitend beschikbaar voor Planet Internet en World Access abonnees)

Navigatie



Vrijdag 25 september 1998

Column Hendrik Rood:
Circus en machtsstrijd rond naamuitgifte Internet

Afgelopen donderdag is het laatste voorstel voor de statuten voor de opvolger van de Internet Assigned Numbers Authority (IANA) gepubliceerd.

Hiermee lijkt een nu al ruim twee jaar durende discussie rond deze voor veel Internet-gebruikers relatief onbekende 'Autoriteit op het Internet' voorlopig te worden afgerond.

'Autoriteit op het Internet?
Het Net der Netten kent toch geen centrale autoriteit? Dat in de media veelvuldig naar buiten gebrachte beeld is nooit echt correct geweest. IANA vervult een aantal taken voor het Internet:

  • Uitgeven van Internet Protocol adressen, zoals 195.121.6.143.
  • Registreren van diverse technische parameters, zoals poortnummers en MIME-types
  • Het vastleggen van de TopLevel Domeinnamen (TLD's) zoals .com, .edu, maar ook .nl en .ch en het delegeren van de uitgifte daarvan.

IANA bestaat uit enkele medewerkers en wordt geleid door Dr. J. Postel. Het is gevestigd op het Information Sciences Institute van de Universiteit van Zuid-Californië. Postel is, naast hoofd van de IANA, sinds 1970 auteur van vele Internet Request for Comments, de technische afspraken waarmee het Internet is gerealiseerd. En andere taak die hij verricht is Editor van alle RfC's voor de IETF en IAB.

Vooral zijn verantwoordelijkheid voor het aanmaken van nieuwe Top Level Domeinnamen leidde ertoe dat het Engelse blad The Economist op 8 februari 1997 Postel aanduidde als 'GOD op het Internet'.

De discussie rond IANA startte echter pas toen enkele ondernemers ontdekten dat het registreren van domeinnamen, zoals uitgevoerd door Network Solutions Inc.'s, InterNIC een zeer lucratieve handel begonnen te worden. Dat was het in 1993 nog niet, toen NSI een vijfjarig contract verwierf van IANA om de domeinnamen .com, .org, .net en .edu te registreren. NSI had echter bedongen dat zij geld mochten vragen voor het registreren van domeinnamen als dat erg veel werk werd.

Eind 1993 kwam Mosaic als eerste grafische webbrowser uit. Daardoor gingen miljoenen mensen en masse domeinnamen in URL's en - dat wordt meestal vergeten - het deel achter de "@" van e-mail-adressen intypen. Een mooie korte en "sprekende" naam werd opeens een marketing must.

In de periode tot 1998 is alleen al het aantal domeinnamen in het .com domein geëxplodeerd tot meer dan 1 miljoen. In 1995 werd door NSI besloten een bedrag van $50 (100 gulden) per jaar te gaan heffen voor een domeinnaam met een betaling van $100 (200 gulden ineens) voor de eerste 2 jaar. Een snel rekensommetje leert dat NSI nu meer dan 50 miljoen dollar per jaar ontvangt. Dat is met een organisatie van 150 medewerkers een lucratief monopolie-handeltje.

Dat wilden andere ondernemers ook en richtten alternatieve bedrijven op, zoals AlterNIC of InterNIC.com als tegenhanger van InterNIC.net. Men had dan echter een eigen TopLevel Domein nodig en IANA gaf alleen nog country code TLD's zoals .de, se en .il uit. Nieuwe generieke TLD's zoals .com werden niet meer verstrekt.

Het gevolg was dat diverse mensen de legitimiteit van IANA over het verstrekken van gTLD's gingen betwisten voor de rechter. Anderen probeerden een eigen Domain Name System met minder strikte regels voor TLD's op te zetten. De rol van IANA bij het registreren van parameters en IP-nummers is nooit echt betwist en ik heb ook geen onafhankelijke uitdeler van openbare IP-nummers gezien.

De alternatieve pogingen zijn mislukt. Vele Internet-providers hadden niet zoveel zin in dergelijke grappen.

IANA was ook juridisch gelegitimeerd doordat zij haar taak had gekregen in opdracht van de Amerikaanse overheidsorganisaties Federal Networking Council en de National Science Foundation. De laatste beheerde tot 1995 ook de infrastructuur van de ruggegraat van het Internet (NSFnet). Het gevolg was dat de discussie zich na enige tijd naar de officiële politiek begon te verplaatsen.

Er is sindsdien een enorme discussie ontstaan over een nieuwe wijze van organiseren van het domeinnaam systeem, de namen uitgevende instanties en aanmaak van nieuwe gTLD's. Zo is er geprobeerd om een nieuw systeem op te zetten door een grote groep organisaties ondernomen in de Internet Ad-Hoc Coalition. Dit mondde uit in een Memorandum of Understanding  over de gTLD's.

Diverse organisaties en personen waren het echter niet eens met deze uitkomst en gingen daar weer over lobbyen bij de Amerikaanse overheid. Uiteindelijk kreeg de zaak ook steeds meer aandacht vanuit de pers. Wie daarover eens wil doorlezen kan zeer goed terecht bij TechWeb.

Het Witte Huis besloot uiteindelijk speciaal ICT-adviseur Ira Magaziner dit te laten uitzoeken. De tijd begon namelijk te dringen omdat op 31 maart 1998 het contract met NSI voor de registratie van de gTLD's afliep, terwijl op 30 september 1998 ook het contract van de FNC en NFS met IANA zou eindigen. Dan dreigde volgens sommigen het Internet onbestuurbaar te worden. Het onderzoek van Magaziner mondde uit in voorstellen opgeschreven in een groenboek.

Al snel was duidelijk dat de discussie over wie de TLD's bepaalt op het Internet niet werd opgelost voor april 1998 en het contract met NSI werd een half jaar verlengd (ook tot 30 september 1998). In mei schreef Magaziner een drastisch gewijzigd witboek. Ook riep hij de Internet-gemeenschap op om een consensusvoorstel in te dienen waarmee zij de veelgeroemde 'zelfregulering' in de praktijk zou brengen.

Naar aanleiding van het witboek is door een aantal organisaties een internationale discussieronde gehouden. Met als resultaat dat er nu een concreet voorstel ligt over het regelen van domeinnamen, IP-adressen en parameters in een nieuwe non-profit organisatie, die de IANA opvolgt. Ook gaat er concurrentie ontstaan tussen verschillende "Registrars" in plaats van de verplichte winkelnering bij de monopolist-volgens-contract NSI.

Rondom de nieuwe IANA gaat een aantal "Supporting Organizations" worden opgezet met "Advisory Councils". Tenslotte komen er nog adviescommissies voor regeringsvertegenwoordigers en technisch operationale experts die domein naam servers beheren.

Je vraagt je nu af, wat er werkelijk aan de hand is geweest dat zoveel mensen en zelfs regeringen tot op topniveau zich op dergelijke schaal met het omvormen van een organisatie meenden te moeten bezighouden die tot nu toe uit slechts een paar mensen bestaat!

De inhoudelijke discussie, waar het nu werkelijk ooit om ging was: worden er nieuwe gTLD's gaan worden aangemaakt, welke zijn dat, en wie mogen daarvan profiteren. De taak om over deze discussie te besluiten is grotendeels doorgeschoven naar de nieuwe IANA.

De reorganisatie van de IANA was nodig omdat de gebruikersgroep van het Internet drastisch is gewijzigd. Nieuwkomers blijken andere belangen te hebben en andere normen over hoe zaken zouden moeten worden geregeld dan de academische gemeenschap die ooit het Internet in haar huidige vorm heeft opgezet.

Er is in de nieuwe IANA echter één organisatorisch punt zeer zwak uitgewerkt: de behartiging van de belangen van de "gewone Internet-gebruiker". Hier is men in de discussies eigenlijk nooit goed uitgekomen. Er zijn door diverse groepen pogingen gedaan om een "verkiezingssysteem" te ontwikkelen. In diverse nieuwsgroepen zijn opmerkingen gemaakt dat men bang was dat "het bedrijfsleven" de macht overnam.

Men heeft in ieder geval politieke machtsgrepen en overheersing door één geografische regio of één belangengroep te vermijden in de statuten. Er mogen geen vertegenwoordigers van parlemenenten, multinationale organisaties of overheidslobbyisten in de Board zitting nemen.

Magaziner en EU-topambtenaar Wilkinson hebben op de IFWP-meeting in Genève expliciet aangegeven het voorstel op dit aspect te gaan toetsen, voordat men van start mag gaan.

Er is nu voor gekozen om naast 9 vertegenwoordigers van de direct belanghebbenden, 9 leden "At Large" te benoemen in de "Board" van de nieuwe IANA. Die moeten het algemeen belang gaan behartigen. De "Board" gaat de komende maanden hard nadenken over de vraag of en hoe in de toekomst gebruikersrepresentatie gerealiseerd kan worden.

Dat blijft echter moeilijk. Cynici merkten op dat de mensheid voor vertegenwoordiging van gewone burgers op wereldschaal al iets had uitgevonden, namelijk "politiek". Juist die mensen mogen nu echter niet in de Board!

Ik ben dan ook zeer benieuwd of het nu uitgewerkte voorstel van Internet-zelfbestuur van deze centrale kerntaken langer dan een paar jaar stand houdt. Een verdere snelle groei van het aantal nieuwe Internet gebruikers of het toenemend maatschappelijk en commercieel belang van Internet kan ook de nieuwe IANA weer in een lastige positie brengen.

Indien de nu voorgestelde nieuwe IANA echter een op langere termijn houdbaar model is voor "zelfbestuur" kan er ook een andere conclusie worden getrokken. Dan mag er een vraagteken worden gesteld bij het blijven bestaan van een aantal met IANA vergelijkbare overheidsorganen in de telefonie/telecommunicatiesector, die zouden. Men moet dan denken aan bijv. operationele afdelingen van de Internationale Telecommunicatie Unie en in Nederland OPTA's nummerafdeling.

Hendrik Rood

(...telecomconsultant bij Stratix. Hij schrijft op persoonlijke titel.)

[Vorig bericht] [Volgend bericht]