Privacybehoefte houdt pubers nog van Skype af
Ik heb afgelopen jaarwisseling de Tokkies voor het
eerst gezien. Normaliter kijk ik zo weinig televisie dat
mijn zwart-wit toestel met nog slechts drie werkende
kanalen, telescoopantenne en veel sneeuw in beeld, lang
geleden naar het rommelzoldertje is verdwenen.
Maar ik was die dagen dusdanig aan bed en woning
gebonden, dat ik het oude kreng maar weer eens heb
geďnstalleerd en flinke stukken van het oud- en nieuw
programma gezien.
Daartussendoor verscheen enkele keren in een reclame
een rondbuikig type, dat bij de verhuisspullen van de
nieuwe buren een doos met breedbandinternet van een
leidende kabelexploitant zag liggen. Bij het monsteren
van die doos verzuchtte hij "Internet *., gezéllig!"
Na uitleg van een vriend dat dit nou de reclame was
met de, ook ver buiten de tv al beruchte Tokkies,
kaatste ik terug: "Dan hebben ze bij Chello in ieder
geval de juiste doelgroep nu in de picture". Hierop werd
ook ik ietwat bevreemd bemonsterd (gezéllig *).
Immers, breedband gebruikersonderzoek, beschreven in
een nieuwsbrief
van Stratix laat zien dat hoogopgeleiden meer via
DSL en vroeger ISDN het Internet opgaan, terwijl lager
opgeleiden de kabel prefereren.
Dit opvallende onderscheid was al enkele jaren terug
in het Permanent
Onderzoek Leefsituatie terug te vinden. Men kon toen
nog het idee hebben dat kabelinternetters liever gingen
"klikken zonder tikken" vanwege aversie tegen het
voortdurend op de klok kijken met een inbelverbinding.
Maar nadat in de herfst van 2003 ook DSL agressief werd
vermarkt is het sociaal uiteenlopende gebruikerspatroon
versterkt.
Gebruikersgroep
De sociale gevolgen zijn interessant en verstrekkend.
Vrijwel elke kabelexploitant kreeg te maken met een
eigen gebruikersgroep. De KPN ADSL
Gebruikersgroep is echter nooit serieus van de grond
gekomen. Ook bij de gratis inbelbedrijven in 1999 en
2000 was er geen sprake van serieuze gebruikersacties,
terwijl de kwaliteit daarvan in het begin regelmatig de
wenkbrauwen deed fronsen. Hoger opgeleiden proberen het
blijkbaar langer zelf wel te regelen en grijpen minder
vlot naar het middel van de collectieve actie.
Wie op deze wijze naar de internet gebruikersgroepen
van ISPs kijkt, begint met het onderscheid naar
opleidingsniveau beter te begrijpen waarom veel ISP's
met grote aantallen inbelklanten per sé naar DSL willen
migreren en protesteren over de price-squeeze van KPN
(verschil tussen consumenten- en groothandelsprijs),
terwijl ze niet eens meer op de kabel willen. Hun
inbelklanten zitten aan de bovenkant van het
opleidingsspectrum en dan is DSL "the name of the game".
Een buitenlandse telecom-hoogleraar die ik ze liet
zien, begon te lachen bij het zien van deze opvallende
sociale stratificatie: "Wordt het eindelijk een echte
markt!".
Sommige mensen willen immers van hun levensdagen niet
in een pooierbak of Noord-Europese degelijkheid worden
gezien, terwijl berijders van dergelijke heilige koeien
niet willen worden aangetroffen in een Japanner of
Franse wagen. Sociale splitsing van voorkeuren is dan
ook niet een uniek fenomeen. Het treedt al bij meer
telecommunicatie diensten op die in volle concurrentie
worden aangeboden.
Ook Brits onderscheid
Een directeur van het Engelse Ofcom legde mij uit dat
ook bij hen sociale stratificatie optrad maar dan met
digitale tv. De laagste inkomens-groepen kijken er naar
Murdoch's BSkyB satelliet-TV, de Engelse middenklasse
heeft gekozen voor digitale tv via de kabel, terwijl de
upper class en culturele elite het in Engeland ook
digitaal bij tv via de (dak)antenne houdt, gewend als
zij zijn aan de ontvangst door de lucht van de relatief
high-brow BBC1, 2, ITV en Channel Four.
Deze observaties verklaren echter nog niet waarom
mensen voor internet via de kabel kiezen of via de
telefoonlijn. De meest solide oorzaak die we tot nu toe
kunnen constateren, is het verschil in de plaats van de
pc in de woning en de primaire hoofdrol van deze machine
als een 'entertainment apparaat' of als een
'werkmachine'.
In één- en tweepersoonshuishoudens is de rol als
werkapparaat groter, bij gezinnen heeft de pc de rol van
de encyclopedie al een decennium geleden overgenomen,
maar is het ook veel vaker een speelmachine. De
huishoudelijke situatie verschilt dus nogal per
doelgroep en alleen in de gezinnen met de hoogste
besteedbare inkomens, bij de early adopters en de
computerhobbyisten vind je al jaren aanzienlijke
thuisnetwerken
met meerdere pc's op verschillende kamers.
Vrees voor Skype
Toen een tafeldiscussie over deze sociale scheiding
der geesten de rol van de opstelpunten van pc's en
andere ict in de woning en hun invloed op het gedrag
werd besproken kwam er direct een aantal prachtige
vergelijkbare voorbeelden. Eén van de interessantste was
van een mobiele telecomdirecteur, die zelf allang en
breed met Skype actief was en een thuisnetwerk met
machines naar alle slaapkamers had aangelegd waar pc's
stonden. Tot zijn eigen verbazing kreeg hij zijn tieners
niet aan deze gratis telefonie toepassing. Zij bleven de
hoge maandelijkse rekeningen van mobiele operators
betalen. Via het internet werd echter wel massaal door
hen gechat maar de voice toepassing in Skype laten ze
ongebruikt.
Wie zich echter realiseert dat in de meeste
huishoudens met tieners één pc staat opgesteld, is
minder verrast. In een messenger kan men snel genoeg PIW
(Parent Is Watching) intypen. De meeste pubers betalen
echter liever voor hun telefonische privacy met een
mobiel op hun slaapkamer dan dat zij, hoorbaar voor hun
ouders, in de huiskamer achter de pc met hun
leeftijdgenoten gaan zitten kleppen.
Ik wil het aantal onderzoekers niet de kost geven dat
zich nog steeds laat verrassen door het enorme
commerciële succes van chatten en sms'en, ondanks de
relatief hoge bedragen per bericht. Is dit soms de
betalingsbereidheid voor communicatieprivacy?
[Hendrik Rood, 11 februari 2005] |